De weersvoorspelling, die was niet altijd voorhanden
Het weer is er altijd, weersvoorspellingen niet. Die ontstonden pas eind negentiende eeuw, onder meer de komst van het KNMI.
Het zal je verbazen (of niet) hoeveel en vaak we over het weer praten. We vinden het zelfs al interessant om met een webcam naar andere plekken in Nederland te kunnen kijken, onder meer voor hoe het weer daar is. We willen voorbereid zijn als we met onze Ted Baker tas de deur uitgaan om te weten of we wel of geen jas mee moeten nemen. En onze damestassen willen we niet nat, dus raadplegen we nog even buienradar. Vinden we tegenwoordig heel gewoon.
Ochtendrood geeft water in de sloot, waar of niet waar?
Voorspellingen zijn niet voor niets hot-item. In vroeger tijden werden die voorspellingen gebaseerd op in de buitenlucht ‘kijken en voelen’ en uit ervaring duiden. Dat laatste kwam vooral tot uiting in wijsjes en gezegden zoals: ochtendrood geeft water in de sloot. Daar zit zeker een kern van waarheid in want als er zich een rode lucht vormt bij opgaande zon wordt dat veelal veroorzaakt door stof- en dampdeeltjes in de lucht waardoor er zich vaak wolken vormen waar regen uit voortkomt.
Pas later kwamen de weerinstrumenten in zwang zoals thermometer, wind- zon- en regen-meters, en weer later werden atmosferische omstandigheden in de lucht gemeten met behulp van bijvoorbeeld vliegtuigen en weer later satellieten die om de aarde draaien. Weerradars en weerstations deden nog extra metingen.
De meteoroloog stelt de voorspelling samen
Alle metingen worden verzameld, de computer slaat aan het rekenen en creëert weerkaarten. Een expert, een meteoroloog kan daar een voorspelling uit samenstellen. Soms voor meerdere dagen vooruit. Zo’n voorspelling blijft een voorspelling. Zekerheid is er nooit. Het gaat veelal om een kansberekening.
In Nederland is het KNMI, het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut de kern van alle weersvoorspellingen. Het verzorgt de dagelijkse weersverwachtingen en tevens de waarschuwingen als er extreem weer wordt verwacht. Van een hittegolf tot een storm. Dit KNMI bestaat al sinds 1854 en in 1897 werd het gevestigd in De Bilt.
Buienradar laat specifiek de mogelijke neerslagkans zien. De website bestaat sinds 30 april 2006 en in 2011 nam RTL Nederland de website over.
Leuke weetjes over het KNMI
Het KNMI deed als eerste Instituut in de wereld aan stormwaarschuwingen en weerkaarten.
Professor C.H.D. Buys Ballot (1817-1890) was de eerste directeur. Hij is bekend van de wet van Buys Ballot, over het verband tussen wind en luchtdruk.
Pas na de Tweede Wereldoorlog ontstond er echt belangstelling voor de weersvoorspelling. Daarvoor hadden bijvoorbeeld kranten er nauwelijks oog voor.
In 2000 opende toenmalig koningin Beatrix het nieuwbouwcomplex van het KNMI in De Bilt, waar ongeveer vierhonderd medewerkers werkzaam zijn. Die komen dagelijks met tassen naar kantoor om zich met het weer bezig te houden.
Sinds 2001 is het KNMI verantwoordelijk voor het afgeven van weerwaarschuwingen. Dit gebeurt in de vorm van kleurcodes waaronder een zogenaamd weeralarm (met code geel, oranje en rood). Dat gebeurt als het weer het openbare leven dreigt te ontwrichten of als er zich gevaarlijke situaties kunnen voordoen bijvoorbeeld op de wegen.
Bekende weermannen- en vrouwen in de tijd zijn: Gerrit Hiemstra, Jan Pellenboer, Peter Timofeeff. Helga van leur, Marjon de Hond en Willemijn Hoebert.